Brouwerij Martinas en de Ginder-Ale

In deze reeks willen we terugblikken op de talrijke brouwerijen die groot Merchtem ooit rijk was. Na de brouwerij Van Cappellen hebben we het in dit tweede deel over de brouwerij Van Ginderachter – Martinas

De gebeurtenis die ons uiteindelijk tot het bier Ginder-Ale zal leiden vindt plaats op 25 augustus 1870. Dan wordt voor notaris Clavareau (tevens burgemeester) de akte verleden tot stichting van een “société en nom collectif” met als firmanaam “Épouses De Boeck et Crabbe”. En met als ondertekenaars Amelie Briers, handelaarster (echtgenote van Florimond De Boeck en moeder van componist August De Boeck) en Rosalie Peeters (echtgenote van Jan Crabbe, winkelier en bakker). De maatschappij had tot doel “de nijverheid van het brouwen van bier, de aan- en verkoop van deze producten”. Het zijn dus de vrouwen die gaan brouwen.

Door het faillissement van de Bank Legrand, die Florimond De Boeck hier vertegenwoordigde, komt het bedrijf echter in financiële moeilijkheden. In 1875 beslist men daarom een zevental panden, waaronder een “brouwerij met stoomtuig en aanhorigheden” in de Kattestraat te verkopen. Frans Xavier Smet, een brouwer uit Tisselt, koopt in 1877 een deel van de panden, waaronder de brouwerij en enkele woningen aan de Langensteenweg.

In 1888 neemt Corneel Van Ginderachter de brouwerij over van Smet. Corneel overlijdt echter al in 1905 en zo komt de brouwerij opnieuw in handen van een vrouw, zijn weduwe Hendrika Van Nuffel. Men produceert op dat moment onder meer geuze, faro, lambiek en kriek. In 1908 volgt een aanpassing van de gebouwen, zoals een vergroting van het volume parallel aan de Kattestraat.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog moet de brouwerij haar koperen ketels afstaan aan de Duitsers en stopt het brouwproces.

In 1920 komt zoon Joseph Van Ginderachter aan het roer van de brouwerij. Hij zal dat tot aan zijn dood in 1959 blijven. De straatgevel aan de Kattestraat wordt aangepast omstreeks 1923, bij de bouw van onder meer een magazijn, links van de toenmalige bebouwing. In 1927 en 1930 breidt men verder uit. Joseph lanceert in 1928 Ginder-Ale, een bier van hoge gisting. Behalve brouwer was hij eveneens burgemeester van Merchtem van 1933 tot 1959. Onder zijn directeurschap kende de brouwerij haar grootste bloei tijdens de jaren 1950. Dat ging gepaard met de bouw van een nieuwe directeurswoning met bureaus aan de Langensteenweg, evenals een uitbreiding van de industriële gebouwen. De brouwerij blijft tot circa 1991 in werking. Vanaf 2014 vindt de gedeeltelijke sloop, renovatie en herbestemming van de gebouwen plaats.

Bieren

In 1920 produceert men bier onder de merknaam “Brasserie de l’Ancre”. Met de eerste wereldoorlog komen biergewoontes uit Engeland overgewaaid, evenals gepersonaliseerde glazen. In die tijd heeft men het bij bier nog over “ne bruinen”, “ne zuren” enz. Pas in 1919 deponeert Van Ginderachter de merknaam Windsor Pale Ale. In afwachting van Ginder-Ale als merknaam (1928) staat op de fles “J. Van Ginderachter - Fijn en Gezond Bier”. Na de kermis van 1928 verspreidt Van Ginderachter een (berucht) pamflet om het succes van zijn nieuw bier te bevestigen en heeft het daarbij zelfs over “de Kermis van den Ginder-Ale”. Wat bij zijn politieke en brouwers-tegenstanders in het verkeerde keelgat schiet.

In 1930 neemt men een octrooi op de naam “Payott” als tafelbier. Men tracht dit soort bier in 1938 ook in Wallonië te lanceren onder de naam “Boum”, wat echter pas in de zestiger jaren lukt.

In 1949 krijgt de brouwerij Van Ginderachter de nieuwe naam “Martinas”.

In de jaren 50 was Martinas het belangrijkste hoge gisting brouwerij van het land en de slogan “ Ginder-Ale Dát is geen klein bier” was alom bekend.

Joseph overlijdt in 1959 en schoonzoon Constant De Smedt neemt de leiding over.

De bronwaters en limonade “Darzé” (uit Harzé in de Ardennen) maken hun opwachting in 1961. In 1963 komt Ginder Club op de markt, een lichtere versie van de Ginder-Ale. Een tijdlang heel populair en bekend omwille van de flip-top kroonkurk en de bierpot-met-oor waarin het geserveerd wordt. Velen vroegen zich echter af wat de zin was van het lanceren van een bijna gelijkaardig bier als de Ginder Ale in een andere verpakking… En in 1965 verschijnt tenslotte de “Ginder Pims” op de markt. Een pils van hogere gisting, wat eerder uitzonderlijk was.

De toen nog Stella Artois brouwerij neemt in 1972 Martinas over. Tot in 1991 zal men er Ginder-Ale blijven brouwen (gelet op de rijptijd, dateert het laatste brouwsel wellicht van 1990). En dit jaar is het laatste Ginder-Ale brouwsel in Leuven in de flessen beland.

Gilbert Roels namens Heemkring Soetendaelle

(Met dank aan Pieter Vercauteren en zijn uitgebreid archief en de heemkundige opzoekingen van Raf Asselman). Andere bronnen: Inventaris Onroerend Erfgoed Vlaanderen.

 

 

(v.l.n.r.):

Boven: schoonzoon Constant De Smedt en zijn echtgenote, dochter Jeanne Van Ginderachter

Midden: Clemence Van Den Moortel en haar echtgenoot Joseph Van Ginderachter

Vooraan: kleinzoon Jozef De Smedt en kleindochter Chantal De Smedt.

Foto genomen met Pasen 1958, een jaar voor het overlijden van Joseph Van Ginderachter